De hagiologie staat voor: heiligenleer, een hagiograaf is degene die over een heilige schrijft.
De benaming voor een huisapotheekje met 'hemelse' medicijnen noem ik daarom een hagiotheek.
De verzameling heb ik de afgelopen weken eigenhandig bij elkaar gesprokkeld en het kastje hangt inmiddels aan de muur:
Ellen's Hagiotheekje Bij Onheil (en andere ongemakken).
De hagiotherapie (het aanroepen van heiligen al dan niet in combinatie met tastbare, gezegende middelen die in een relatie staan tot een heilige*) bestaat al sinds het christendom zijn intrede deed, zo'n 2000 jaar geleden.
Denk aan het het besprenkelen van heilig bronwater in stallen tegen ongedierte, het gebruik van een Christoffelmedaille als reis-amulet tot aan het ingraven van een Sint Jozefbeeldje in de tuin wanneer je huis snel verkocht diende te worden. DIENT te worden, want in de laatste jaren waar de huizenverkoop op een hoop stortte, werd weer menig Jozefbeeldje (aangeschaft) om ondersteboven in de tuingrond te begraven.
Maar wat te denken van het nuttigen van schraapsel van een heiligenbeeldje tegen kinderloosheid of het eten van papieren prentjes...
*Bron: Hoofdstuk 'Hemelse specialisten' Volksdevotie 1990
Sommige middelen zijn nog steeds in gebruik en met enig gespeur en doorzettingsvermogen ben ik aan de originele middelen kunnen komen door de
bronnen lijfelijk op te zoeken. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik het Boxtels Bloedwater eigenhandig van een kleurtje heb voorzien omdat de bron er zelf niet meer is en enig gesjoemel wel
thuis blijkt te horen in de categorie van geneesmiddelen in zijn algemeenheid...
Mijn verslag begint met de uitleg van de inhoud van het kastje.
Daarna volgt een beknopte geschiedenis van de heiligentherapie.
Duivelsbezwering oftewel Breve van de H. Antonius van Padua.
(Van metaal en ca 8 cm hoog)
Een amulet die zou beschermen tegen de macht van de duivel. De tekst op het kruis bevat een Latijnse banspreuk uit de 14e eeuw:
Ecce Crucem Domini, fugite partes adversae.
Vicit leo de Tribu Juda, radix David, Alleluia Alleuia
Vertaling: Zie het kruis des Heren, vijanden vlucht. De leeuw van Juda, de zoon van David heeft gewonnen. Alleluia alleluia!
De tekst zou door Antonius aan een vrouw in Santarem (P) gegeven zijn die door de duivel gedreven werd zichzelf te verdrinken en door het oplezen zou zijn gered.
Oorspronkelijk werd de tekst vanaf de 19e eeuw verspreid als gebed op papier, karton of linnen om in de kleren te naaien of aan de muur te hangen. Het kwam soms ook
in de vorm van een kruisje voor dat om de hals of aan de rozenkrans gehangen kon worden.
In 1898 werd het gebruik van papieren of linnen amuletten door de kerk officieel verboden, hetgeen niet wil zeggen dat het gebruik ervan ook stopte.
Agnus Dei 'Hartje van de zusters'
Textiel, ca 4 cm hoog
Dit exemplaartje is gemaakt door de Zusters van het Birgitenessenklooster te Uden, maar dezelfde Agnus Deitjes werden ook in meerdere kloosters vervaardigd.
Als baby hadden wij allen een hartje in de wieg liggen bij het doorkomen van tandjes en nog steeds, anno 2018 kan men aan de kloosterpoort aankloppen om een zelfde exemplaartje te vragen. Ze worden nog steeds met liefde handmatig in elkaar gezet. Destijds onder meer door mijn oudtante die er woonde en die de alleraardigste zuster die zich nog kon herinneren, dus er konden wat smakelijke herinneringen worden opgehaald.
Bij gebrek aan fragmentjes van heiligen of door heilige aangeraakte stoffen, ging men over op stukjes gewijde was. Deze was, afkomstig van grote paaskaarsen, wordt eens in de zoveel tijd in Rome gewijd en verspreid over de kloosters. Kleine fragmentjes was worden zorgvuldig ingepakt en tussen twee kartonnetjes geplakt en vervolgens van stof voorzien. Er komt een klein borduursel op en de tekst Agnus Dei en met een festonsteek wordt het vormpje afgemaakt.
In mijn rubriek: devotionalia vind je uitgebreidere informatie over de Agnus Dei.
Heilig Bloedwater uit Boxtel.
Rond 1380 vond daar het volgende legendarische mirakel plaats:
Een priester, Eligius van den Aker, zou op het doek van het Driekoningen-altaar van de St. Petruskerk wijn hebben geknoeid die bij nadere beschouwing bloedvlekken bleken te zijn.
Pas in de 17e eeuw is er sprake van de Heilige Put nabij riviertje de Dommel, alwaar de pastoor de vlekken tevergeefs heeft geprobeerd te wissen. Men bouwde er een stenen muurtje omheen en zo ontstond de Heilige Put van Boxtel.
Rond 1718 liet de gereformeerde overheid de loop van de Dommel over de put leiden. Tot nog aan het begin van de 20e eeuw vulden pelgrims hun flesjes met rivierwater uit de Dommel, in de buurt waar ongeveer de put heeft gestaan want er zou een helende werking vanuit gaan.
*Anekdote: In de 17e eeuw vond het 'H. Bloet waecken"plaats: ongehuwde vrouwen en meisjes brengen de nacht voorafgaande aan de jaarlijkse feestdag van het H. Bloed frivool door in het gezelschap van mannen bij de kerk en op het kerkhof.
Bron: Bedevaartoorden in Noord Brabant pag
Calvarieberg in een fles
Flessen met daarin de voorstelling van de kruisiging of kruisaflegging worden in de tweede helft van de 19e eeuw tot halverwege de 20e eeuw gemaakt door hobbyisten.
Een enorm geduldwerkje en daarom worden ze in Zuid Duitsland, waar de meest mooie exemplaren vandaan komen, ook wel Geduldsflaschen genoemd.
De onderdelen werden stukje voor stukje via de hals van de fles in gebracht en vastgelijmd.
De lijdenswerktuigen (arma christi) zijn: kruis, ladder, lans, stok met spons, haantje, geselroede, doornenkroon, dobbelsteentjes, lantaarn, waterkan van Pilatus, geldbuidel van
Judas, hamer, nijptang, 3 spijkers en soms nog bijl en schop alles van hout, zweetdoek van Veronica etc.
De menselijke figuren bestaan meestal uit uitgeknipte plaatjes.
De flessen komen in diverse maten voor.
Zie ook mijn blog over deze flessen.
Bronwater van H. Cunera
Cunera zou een van de weinige zo niet de enige zijn die wist te ontsnappen aan de dood van 11.000 maagden die met H. Ursula op bedevaart gingen. Zij werd liefderijk door een koning in Rhenen in huis opgevangen maar al gauw door zijn vrouw en dochter uit jaloezie gewurgd en begraven in de paardenstal.
s' Avonds brandden er uit het niets tientallen kaarsen in de vorm van een kruis in de paardenstal en zo werd haar lichaam teruggevonden. De vrouw en zijn dochter werden voor straf voorgoed het bos ingestuurd waarna zij totaal krankzinnig werden.
Na de reformatie werden haar relieken overgebracht naar Berlicum, Heeswijk en Vorstenbosch. De wurgdoek wordt bewaard in het Catharijnen Convent te Utrecht.
Het Cunerawater is nog steeds verkrijgbaar in de kerk te Heeswijk.
Meteen bij binnenkomst aan je rechterzijde hangt een metalen reservoir waaruit je kunt tappen. Het water besprenkelen in de stal tegen veeziekten. Cunera is mijn kastje nr 5 in mijn huidig project de Heele Santekraem en zal ik nog uitvoerig bespreken hier.
Zand van Gerlachus
Gerlachus (1120-1165) was een tot inkeer gekomen toernooiridder die na zeven jaar boete doen, kluizenaar werd op zijn eigen landgoed in het Geuldal. Hij woonde in een holle eik en sliep op een stenen matras, gaf eten aan de armen en predikte het geloof. Hij trok vele mensen naar zich toe en later ook zijn graf. Nadat een jongen met een kaakabces wat grafaarde had gemengd met water en dit opdronk en vervolgens genas, werd het als toverzand betiteld.
Later werd hij heilig verklaard en bouwde men een kerk en een klooster.
In de kerk, onder aan zijn stenen graftombe, bevindt zich een halfronde opening, volgestort met bruingeel zand. Een metalen schepje ligt erbij en een schildje met tekst: gewijd zand.
Toepassingen onder meer: beetje zand tussen de koeienhorens om het uitstoten van de hoorn tegen te gaan; het zand mengen met graan tegen ratten en muizen en het zand met het
voer mengen tegen algemene dierenziekten.
Anno 2018 worden er nog steeds zakjes met zand opgehaald en wie weet met water vermengd en gedronken. Vandaar dat de koster het mergelzand diep uit de mergelgrotten van Margraten haalt zodat de
gelovigen het kunnen drinken zonder bang te zijn voor pesticiden.
Bron: NRC, 10 april 2009
(Flesje wordt over enkele weken ter plekke gevuld).
Water uit het Heilig Putje van Handel
Rond 1220 vindt een schaapsherder nabij de plaats waar nu de kerk in Handel staat, een houten Mariabeeldje van ca 35 cm hoog. Het beeldje vindt hij op een tak van een meidoorn: 'op een doren stock'. Het is een raadsel, evenals bij alle andere Mariabeeldjes die worden gevonden in bomen, waar het vandaan komt. Al snel vinden er wonderbaarlijke genezingen plaats en wordt het beeldje vereerd.
Volgens de legende wilde men op een plek, dichterbij Gemert, een kapel ter ere van Maria bouwen, echter trokken de ossen door naar de plek waar het beeldje gevonden werd. Toen er te weinig water was tijdens de bouw ontstond er spontaan een bron.
Vanaf de 15e eeuw vinden er processies plaats en tot op heden blijft het een bekend bedevaartoord in het Brabantse.
De Heilige Put met het geneeskrachtige bronwater is er nog steeds, alleen tijdens de winter gesloten vanwege vriesgevaar.
Maar ik had geluk aan mijn zijde: de uiterst behulpzame koster was bereid mijn flesje te vullen door zelf in de put te kruipen. Het water heeft een oranje kleur vanwege de wijstgrond.
Hazelaartakjes, aangeraakt aan het Beeld van St. Brigida
Omstreeks halverwege de 5e eeuw werd Brigid geboren, dochter van een rijke Ierse landeigenaar. Zij was uitgesproken mooi en gaf veel aan de armen, hetgeen steeds conflicten opleverde met haar vader. Toen hij haar uithuwelijkte aan een niet-christelijke man, bad zij dat ze erg lelijk mocht worden zodat haar toekomstige man het huwelijk af zou zeggen. Haar beden werden verhoord: ze kreeg een chronische oogontsteking. Kort daarna bouwde ze een kluis onder een grote eik die uiteindelijk uitgroeide tot een gemeenschap, genaamd Cildara (kerk van de eik) aanvankelijk voor alleen vrouwen. Later groeide dit uit tot een klooster voor leden van 'aller'lei kunnen.
Zij is onder meer beschermheilige voor het vee: volgens de legende had zij toezicht op de melkhouderij. Zij schonk echter met regelmaat alle zuivel aan de armen en steeds wanneer er een
tekort was, werden haar gebeden voor meer melk door God verhoord.
Haar feestdag is op 1 februari en deze wordt o.a in Geldrop nog steeds gevierd: haar armreliek wordt op het altaar uitgestald en deze kan worden gekust. Een oude gewoonte was om
hazelaartakjes mee te nemen en deze 'aan te strijken' aan de relikwie en op te hangen in de stal tegen diverse veeziekten.
De heilige Brigida is het schoolvoorbeeld van hoe heidense godinnen, in dit geval de vuurgodin Brigid, naar het christendom werd getransformeerd.
Water van de Krijs-Gillis (Sint Egidiuswater)
Dit water en deze heilige is in Nederland niet of nauwelijks bekend, maar ik vond de benaming: Krijs-Gilleswater wel leuk om dat in mijn hagiotheek te hebben staan.
Sint-Gillis (St. Aegidius) zou in Athene zijn geboren uit een adellijke christelijke familie. Op jonge leeftijd ontpopte hij zich al als duivelsuitdrijver, ziekengenezer en armenhelper. Nadat zijn ouders gestorven waren trok hij zich als kluizenaar terug in Nimes en leefde daar in een grot met een hertje. Op een dag kwam het hertje bevend van angst aan zijn voeten liggen nadat het was achtervolgd door de koninklijke jachtstoet. Sint Gillis werd per abuis door een pijl verwond, en om het goed te maken schonk de koning middelen om een klooster voor hem te bouwen.
Als een van de veertien noodhelpers wordt hij aangeroepen tegen angst, nachtmerries, slaapwandelen en diverse ziekten en schaamte.
In de volksmond wordt hij Krijs-Gillis genoemd omdat het water uit de bron zou helpen tegen schreeuwende kinderen.
Lourdeswater
Wie kent dit niet? Zag je ze niet bij je thuis, je grootouders dan kom je ze nu veelvuldig tegen in kringloopwinkels.
Een flesje uit het meest bekende bedevaartoord ooit en door sommigen een katholiek Disneyland genoemd.
De merchandise rondom Lourdes is overweldigend en mijn verzameling groot. Maar hoe zat het ook al weer:
In 1858 verscheen Maria zo'n 18 keer aan Bernadette Soubirous, een doodgewoon en dito arm meisje aan de grot Massabieilles te Lourdes. Dit gebeuren was de start van een internationaal
bedevaartoord. Niet echt bijzonder, gezien de bewoners van deze omgeving van de Pyreneeën al eeuwen geloofden in het bestaan van feeën en andere wonderlijke wezens die met regelmaat aan
mensen daar verschenen. Al snel vonden er wonderbaarlijke genezingen plaats en groeide het uit tot wat het nu is.Tot op de dag van vandaag trekt het nog steeds miljoenen pelgrims en zij keren
naar huis met minstens een van de afgebeelde plastic Onze Lieve Vrouw van Lourdes met het gewijde bronwater wat geneeskrachtige werking zou hebben. Mijn beeldje draagt een kinderarmbandje met
medailles uit Lourdes.
Rode Lucia-draadjes
H. Lucia leefde volgens de legende rond de 3e eeuwwisseling.
Haar moeder leed aan ongeneeslijke bloedvloeiingen en daarom bezochten ze samen het graf van H. Agatha waar zij spontaan genas en zij een visioen kreeg over een nabije marteldood. Daarop verbrak
ze haar verloving en verkocht al haar bezittingen om onder de armen te verdelen. Haar verloofde klaagde haar aan als christen en als straf werd ze als prostituee te werk gesteld.
Op afbeeldingen wordt zjj vaak voorgesteld met een dolk door haar keel (doodsteek) en twee ogen op een schaaltje: uitgestoken daar haar beulen ofwel door haar zelf om er onaantrekkelijk uit te
zien.
(Lees hier meer over Lucia)
Het zogenaamde St. Luciadraadje is een gewijd rood zijden, ongeveer 6 centimeter lang draadje, wat nog steeds in de kerk te Steensel verkrijgbaar is. Het heeft me een aantal weken de tijd gekost
om dit te bemachtigen, maar uiteindelijk gelukt met als bonus een mooie ontmoeting met een boeiende vrouw.
Sinds de rode-loop-epidemieën uit de tweede helft van de 18e eeuw is het rode Luciadraadje het bescherming biedende devotieobject bij uitstek.
Bij een bloeding werd het draadje vroeger ter genezing in een knoopsgat gedragen of op de kleding gespeld, maar tegenwoordig wordt het veelal in de portemonnee meegenomen. In het begin van de twintigste eeuw wonden mensen het rode draadje om hun vinger bij neusbloedingen en liepen de mannen op zondag met een rood draadje gewonden achter de knoop van hun jas.
Rozenblaadjes van H. Rita
Margaretha van Cascia (Rita) zag in 1380 het levenslicht. Ondanks dat ze liever voor een religieus leven had gekozen, gehoorzaamde ze haar ouders en trouwde met een gewelddadige alcoholist die haar elke dag sloeg en ontrouw was. Na 18 jaar huwelijk werd hij vermoord. Haar zonen wilden zijn dood wreken en Rita bad dat haar beide zonen zouden komen te overlijden voordat ze de moord zouden begaan. De gebeden werden verhoord: de jongens werden ziek en voordat ze stierven hadden ze de moordenaar vergeven.
Daarna trok Rita voor 40 jaar lang het klooster in, leefde op water en brood. Op een avond voelde ze een stekende pijn, alsof er een doornen kroon op haar hoofd gedrukt kreeg: er ontstond een etterende wond en hij ontwikkelde tuberculose. De legende verhaalt dat zij nog 1 maal een roos uit haar tuin mocht aanschouwen. En ondanks dat het januari is, vond men een bloeiende roos. Ze stierf in 1457.
Leg wat gewijde rozenblaadjes onder je kussen bij uitzichtloze situaties of hopeloze zaken, ongelukkige huwelijken; ongeneeslijke ziekten,kinderloosheid en examenvrees. Wijding op 22 mei.
Muuzewater van Gertrudis
In 628 werd Gertrudis van Nijvel geboren. Uit politieke overwegingen wilde men haar uithuwelijken aan een Frankisch edelman, maar Gertrudis had
andere plannen. Na de dood van haar vader volgde ze haar moeder het kloosterleven in. Ondanks haar jonge leeftijd verwierf Gertrudis al snel bekendheid door haar wijsheid en voorbeeldige
gastvrijheid en vrijgevigheid aan armen, weduwen en wezen. Ze stierf al op 31-jarige leeftijd.
Er zijn diverse legenden omtrent haar in verband met muizen. Gertrudis wordt altijd afgebeeld als abdis met een staf waartegen muizen opkruipen.
Zo zou de duivel haar hebben geprobeerd te verleiden tot ongeduld en woede in de gedaante van een muis. Volgens een andere legende zouden de muizen verdreven zijn nadat haar medezusters haar op
het doodsbed door het klooster trokken. In elk geval staat de muis symbool voor het onreine en van de duivel en er zijn vele rituelen omtrent Gertrudis. Gewijde broodjes om in de stallen te
verbrokkelen, Sint Gertrudisstokken om in de hoek van de kamer te zetten, prenten van de heilige om in de graanschuur te hangen en in Maarheeze hing men flesjes met het water uit de bron in
stallen en schuren: het zogenaamde 'Muuzenwater'.
De legende van St. Gertrudis heeft mij geïnspireerd tot het maken van een assemblage, behorend tot De Heele
Santekraem.
De Rozenkrans, het Rozenhoedje
Rozenkransen zijn gebedssnoeren waaraan men zowel het Onze Vader als het Wees Gegroet kan bidden in bepaalde reeksen.
aanvankelijk werden ze aan een gordel gedragen en waren ongesloten. Later werd het een gesloten snoer.
De naam 'rozenkrans' is ontstaan doordat de roos aan Maria was toegewijd en in de 18e eeuw verdringt deze naam alle andere namen van gebedssnoeren zoals de paternoster.
De geschiedenis van de rozenkrans en zijn vele varianten is dermate uitgebreid dat ik me hier slechts richt tot het Rozenhoedje.
Met de kleine krans van 50 Weesgegroeten werd het hoofd van Maria als het ware met een 'hoedje' van rozen versierd zoals te zien is op prentjes en beelden.
Het Rozenhoedje is de meest voorkomende vorm met 5 x 10 kralen voor het Wees Gegroet afgewisseld door grote kralen voor het Onze Vader.
De materialen kunnen divers zijn, natuurlijke materialen als hout en vruchtpitten tot zilver, goud, kunststof, halfedelsteen en glas.
Het Klein Scapulier
De naam is afgeleid van het Latijnse 'scapulare (schouderkleed). Het is de brede strook textiel die kloosterlingen over de schouders dragen en die voor als achter tot ongeveer aan de voeten reiken.
De hiernaast getoonde exemplaartjes symboliseren deze strook en werden tot aan het begin van de 20e eeuw uitgereikt aan jongens en meisjes die hun eerste heilige communie deden. Een lapje aan de voorkant en een lapje aan de achterkant over de borstrok, onder de kleding dagelijks gedragen, met als doel 'het christelijk leven en verering van o.a. Maria te bevorderen".
De stof en de kleur was voorgeschreven en kon alleen door een gevolmachtigd priester volgens een bepaalde formule worden gezegend en opgelegd.
Bijgaande scapuliertjes behoren tot de oudste Broederschap: de allerheiligste Drievuldigheid. Gemaakt van witte wol met witte bandjes. De voorzijde is voorzien van een kruis met een staande rode balk op een blauwe liggende. Het behoort bij de Orde van de Trinitariers, goedgekeurd in 1198. Het doel van de orde was oorspronkelijk het vrijkopen van de christen-slaven.
Ik heb deze scapuliertjes in Eindhoven gevonden en schat zo in dat zij werden uitgegeven in St. Agatha bij Cuijk omdat daar in 1718 een Broederschap van de H. Drievuldigheid werd opgericht.
De wonderdadige Medaille en medailles van Lourdes
In 1830 zou Maria verschenen zijn in hartje Parijs aan de novice Catharina Laboure. Zij had haar gevraagd een medaille te slaan met haar afbeelding en de woorden: O Maria, zonder zonden ontvangen, bid voor ons, die onze toevlucht tot u nemen. Ieder die deze medaille draagt zal grote genaden ontvangen.
Na twee jaar was de aanvraag naar de medaille zo groot dat er 18 fabrieken in Frankrijk werden ingeschakeld en binnen vier jaar werden er meer dan 10 miljoen exemplaren gemaakt.
Bernadette van Lourdes droeg deze medaille in 1858 tijdens haar verschijningen.
Catharina zelf heeft als onbekende kloosterling 40 jaren doorgebracht als verzorger van oude mannen en van het kippenhok.
Net voordat ze stierf heeft ze het geheim verteld aan de overste en werd door dit voorbeeld van nederigheid in 1947 alsnog heilig verklaard.
Tot ver in de 20e eeuw werden deze medailles, evenals de kleine blauwe exemplaartjes van Lourdes, op de onderkleding van kinderen in Zuid Nederland gespeld of aan de rozenkrans gehangen.
(Foto van deze medaille volgt)
Het Heilig Schraapsel van Anthonius
Binnen de hagiotherapie is ook het schraapsel van pijpaarden beeldjes medicamenteus. Men wil immers zo dicht mogelijk bij een heilige zijn.
Hier heb ik (zij het met enige pijn) een beeldje van Antonius van Padua voor de helft geschraapt.
Het schraapsel zou men door het eten kunnen mengen en dat zou dan helpen bij langdurige kinderloosheid.
Aarde, evenals bron- en bloedwater, komt al in de oudheid voor als geneesmiddel in de vorm van terra sigilata: geperste ronde koekjes van witte aarde afkomstig van het Griekse eiland Lemnos. Om namaak tegen te gaan worden ze voorzien van een stempel. Later komen de koekjes ook van andere delen uit Europa. Het nodige wordt van het koekje afgeschraapt en opgegeten.
Ook grafaarde onder schraapsel van kerkmuren gaan door als medicijn tegen diverse kwalen.
Bron: Volksdevotie pag 72
Slik- en Papprentjes
Een van de merkwaardigste rituelen: het opeten van prentjes waarop heiligen staan afgebeeld...hoe dichtbij kun je komen...
Het prentje is van tevoren aan een reliek aangeraakt.
Bij ziekte van mens of vee worden stukjes van het prentje afgescheurd of in zijn geheel aan stukjes gescheurd en door het eten gedaan; meegebakken in het brood, met water ingeslikt of op de zieke plek gelegd.
Ze werden ook wel Eet- of slikprentjes genoemd, evenals Hostieprentjes. Echter is Slik- en Papprentje de Brabantse benaming.
De inhoud van mijn flesje is wat misleidend: ik heb geen originele kunnen vinden: waarschijnlijk allemaal al verorberd) want in feite zijn ze niet groter dan een postzegel. Ik ben van plan ze nog wat natuurgetrouwer te maken op het goede formaat en op snoeppapier, mits iemand mij zeer blij kan maken met originele natuurlijk!
Bron: Beschermheiligen in de Lage Landen, pag 157
Offerspijkers
Het offeren van spijkers of het slaan van spijkers in bomen of deurposten behoort tot de categorie overdrachtsrituelen; magische handelingen waarin de ziekte wordt overgedragen op een object.
Spijkers kunnen worden gebruikt om de ziekte te 'vernagelen': door deze in een kerkdeur, boom of deurpost te slaan hoopt men dat de ziekte daarin wordt overgedragen.
Hiernaast de roestige spijkers om te offeren in het Maria Magdalenakapelletje te Esdonk bij Gemert. (Spijkers volgen)
Een uitvoerige beschrijving van dit fenomeen vind je in dit eerdere blog daaraan gewijd.
Sint Jozefbeeld in de Aarde
Het is geen eeuwenoud gebruik zoals velen denken, sterker nog: het is overgewaaid uit de Verenigde Staten om het beeld van Sint Jozef ondersteboven in je tuin te begraven, met het gezicht gericht op je huis, teneinde een voorspoedige verkoop te bewerkstelligen.
Het gebruik heeft door de afgelopen crisis van 2007 een enorme stijging in populariteit bewerkstelligd. Voor een paar euro kun je ze via internet kopen met beschrijving.
Het is de bedoeling dat, wanneer de verkoop een feit is, je het beeld van Sint Jozef weer uitgraaft en het een mooie vaste plek in huis geeft.
Een kennis klaagde dat zijn huis al 5 jaar te koop stond ondanks het beeld wat hij begraven had. Het bleek dat hij een Antonius van Padua had begraven, Antonius, die wordt aangeroepen bij verloren zaken, dat hielp dus niet. Een verloren zaak was het echter wel.
Roos van Kleine Treesje (Theresia van het Kindje Jezus)
Theresia van Lisieux leefde maar kort: van 1873 tot 1879 en heeft dus echt bestaan.
Hoe zij mij inspireerde bij het maken van een relikwie-houder lees je hier.
Theresia wordt altijd afgebeeld met rozen omdat haar laatste woorden waren:
"Ik zal rozen uit de hemel laten regenen".
Daarom is zij ook beschermheilige van de bloemisten.
Jaarlijks worden nog (kunststoffen) rozen gewijd in de meeste karmelietenkloosters. Ze kunnen worden opgehangen in de auto ter bescherming onderweg of in de huiskamer tegen allerlei vormen van onheil.
Bronwater uit het Heilig Valentijnsputjen te Westerhoven
Er zijn maar liefst 17 heiligen uit de eerste eeuwen van het christendom met de naam Valentinus en persoonlijk heb ik vorig jaar, eind 2017, ten tijde van mijn zoektocht naar de Catacombenheiligen , maar liefst drie Valentijnen, aangekleed en wel, aangetroffen in hun glazen schrijnen. Meestal gaat het om een lokale martelaar waarvan de echte naam en daden niet zijn overgeleverd.
Tevens verwarrend is dat in het Martyrologium Romanum gesproken wordt over twee verschillende personen (een bisschop en een priester) met de naam Valentijn die beiden hun feestdag op 14 februari toebedeeld hebben gekregen. Men gaat er vanuit dat in Westerhoven de bisschop van Terni wordt vereerd.
Zijn reliek bevindt zich in de kerk van Westerhoven.
Sinds het vieren van Valentijnsdag, eveneens overgewaaid uit de USA, is de belangstelling voor een bezoek weer groter geworden, zeker op 14 februari.
Voor het kapelletje, wat idyllisch is gelegen aan een open landweggetje, bevindt zich een putje. Het water kan worden meegenomen om zich ermee te wassen tegen wratten of drinken tegen de koorts, nadat het is gekookt. Je ziet hoe donker het water is en het stinkt verschrikkelijk. Dit door de eikenbladeren die in het putje zijn gevallen.
Uiteraard zijn bovengenoemde 'hagiomiddelen' maar een kleine greep uit een hele reeks boeiende soorten 'hemelse wondermiddeltjes'. Wellicht dat ik ze hier nog in de toekomst aanvul.
Reacties op dit blog zijn welkom en anekdotes over of eigen ervaringen met genezende of het voorkomen ervan zijn MEER dan welkom natuurlijk!
HAGIOTHERAPIE: een stukje geschiedenis
Voor onze jaartelling zijn goden er vooral om te vrezen: zij dreigen met straffen en onheil. Door ze gunstig te stemmen met offers en boetedoeningen kunnen zaken weer ten goede worden gekeerd. De magische rituelen die daarbij horen mogen alleen door sjamanen en priesters worden uitgevoerd.
Van oudsher bezaten de heidense, Griekse, Romeinse en Egyptische goden geneeskrachtige eigenschappen en werd elk onheil of gunst aan een bepaalde god toegeschreven.
Dan volgt het christendom: de vele goden worden afgezworen en er is nog maar een God waarbij, in tegenstelling tot voor het christendom, het accent meer op vergeving en genezing komt te liggen. In de vorm van Jezus met zijn apostelen kan hij door handoplegging, aanraking, gebaar en of woorden, genezing brengen.
De wens van de gelovige is om zo dicht mogelijk het goddelijke en hemelse te ervaren en wanneer Jezus en de apostelen er niet meer zijn volgen de martelaren die deze taak over nemen. Zij hebben hun leven, vaak op de meest gruwelijke wijze, gegeven voor het propageren van het christendom en men gelooft dat hun relieken de kracht van het helen blijvend bezitten.
Vanaf de tweede eeuw zien we de verering boven de graven van martelaren verschijnen. Er wordt een soort altaar gebouwd met ruimte eromheen voor rituelen. Het plaatsen van een altaar boven een reliek of andersom: een lichaam of partikelen daarvan onder een altaar plaatsen, blijft eeuwenlang bestaan.
Deze martelaren waren tot aan de vroege middeleeuwen vaak bisschoppen en andere hoogwaardigheidsbekleders binnen het christendom, maar ook vrouwen die een leven gewijd aan God verkozen boven gehuwd zijn met een heiden, werden heilig verklaard. Dat waren (uiteraard) vrouwen van belangrijke afkomst omdat zij als voorbeeld moesten dienen. Verder werden heiligen 'in het leven geroepen' om de heidense goden te vervangen die konden worden aangeroepen tegen diverse kwalen en rampspoed. Want ja...alles in slechts EEN God verenigd, dat was moeilijk te accepteren.
Om aan de grote vraag te voldoen worden delen van de lijken verspreid, evenals delen van kleding, doeken, grafaarde zodat de heilige om meerdere plaatsen tegelijkertijd aanwezig kan zijn. Van deze zogenaamde aanrakingsrelieken maakt men kleinere houders die om de hals gedragen kunnen worden.
De primaire delen (de lichaamsdelen) mogen enkel door kerken bewaard worden.
In de negende eeuw ontstaat er een levendige handel in relieken: naast de beschermende en genezende werking bevorderen ze vooral de status van degene die ze bezitten.
Ze dienen als kostbaar geschenk en worden uitgewisseld tussen koninkrijken, kerken en kloosters; als oorlogsbuit meegenomen of gewoonweg gestolen.
Late middeleeuwen: Er worden kruistochten ondernomen en daardoor groeit het aantal heiligen en dus relieken van deze martelaars flink!
Een zeer bekende, en tevens mijn favoriete heilige, is ook de tocht van Ursula en de 11.000 maagden. In Keulen kon men vooruit met de relieken. Sla deze schatkamer niet over als je de stad bezoekt en volg de bordjes vanaf de Dom van Trier naar de Ursulakirche. Rechts in de kerk betaal je een kleine entree voor de schatkamer van Ursula: geniet van het bijzonders wat je er ziet!
In de dertiende eeuw worden de heiligen met hun levensverhalen en geneestalenten vastgelegd in het boek Legenda Aurea (Gulden Legende) en zorgt mede voor een nog grotere populariteit van de heiligen.
Naast deze heiligen die genezing kunnen brengen is er ook nog de medische kennis uit de antieke culturen als Griekenland en Egypte die een rol blijft spelen. Oude medische geschriften werden bewaard in kloosters en monniken starten met genezen van zieken in kloosterhospitalen. Ze gebruiken geneeskrachtige kruiden en leggen hiervoor tuinen aan.
Gedurende deze periode ontwikkelt zich ook de signaturenleer: kleuren, vormen, objecten, namen van planten of van
heiligen kunnen door hun overeenkomstige signatuur (eigenschap) geneeskrachtig werken.
Voorbeeld: de rode draadjes van Lucia tegen bloedverlies, getande blaadjes tegen kiespijn, maar ook elementen uit het levensverhaal worden gebruikt zoals Agatha tegen borstkanker omdat haar
borsten werden afgesneden en Rochus tegen huidziekten doordat hij met de pest werd besmet.
Naast deze heiligentherapie, gebruikt men ook de eeuwenoude recepten met kruiden, alsmede het aderlaten, klisteren en braken (lichaamssappentherapie). Strijkers, knijpers (de voorloper van de
fysiotherapeuten), de belezers en duiveluitdrijvers. De keisnijders en andere straatchirurgen en kwakzalvers 'sieren' het straatbeeld, vooral voor de armen en de bewoners van het
platteland.
Intussen maakt de geneeskunde vorderingen door de anatomie en doet de chirurgie op basis van de wetenschap zijn intrede. Echter is dit maar voor een beperkt publiek toegankelijk: voor diegenen die het kunnen betalen.
In de vijftiende en zestiende eeuw verschijnen Luther en Erasmus ten tonele, die de Heele Santenkraam en de
excessen binnen het katholicisme flink onderuit halen. Erasmus schrijft zijn Lof der Zotheid voorzien van spotprenten.
Zo werden er flesjes met moedermelk van Maria, veren van de heilige geest en niet minder dan 14 voorhuidjes van
Jezus aangetroffen in Italiaanse kerken.
De reformatie begint, de beeldenstorm vindt plaats en een nieuwe tijd breekt aan waarin het rationele een grote plaats krijgt. De reliekenhandel en verering wordt teruggedrongen en zelfs verboden.
Echter betekent het hebben van belangrijke relieken ook een grote economische vooruitgang: ze trekken vele pelgrims naar hun dorp of stad, dus zij blijven de reliekenverering in stand houden tot in de twintigste eeuw.
Het christendom zelf stelt na de reformatie nieuwe regels op: de toets op echtheid wordt strenger en de relieken dienen te worden verzegeld om namaak te voorkomen.
En dan gebeurt er iets bijzonders waardoor de reliekenverering weer enigszins legitiem 'tot leven' wordt gewekt. Men vindt in de zestiende eeuw per toeval een massagraf van de zogenaamde soldatenheiligen.
Ben je in Rome, dan kan dit bijzondere gangenstelsel bezocht worden nadat de restauratie in 2017 is voltooid. Lees meer hier.
De catacombenheiligen worden
van hun rustplaats gehaald, zeer barok en kunstig versierd door nonnen om ze vervolgens in glazen vitrines ten toon te stellen in kerken en kloosters. Het reliekentekort kan weer worden
aangevuld!
Bedevaarten blijven tot halverwege de twintigste eeuw eveneens populair, vaak in groepen of als individuele pelgrimstocht.
Voor degenen die de reis niet konden ondernemen bracht men relieken (die steeds kleiner en kleiner worden doordat de heiligen schaars zijn; er weinig meer bijkomen) en devotionalia mee terug zoals medailles, rozenkransen, bronwater, grafzand en dergelijke. Na de industriële revolutie worden ze betaalbaar en in massa's aangeboden.
Nog steeds, anno 2018, wordt bronwater uit Lourdes meegenomen en worden kleine persoonlijke rituelen uitgevoerd als het rozenhoedje bidden, een kaarsje aansteken bij Maria, her en der zie je nog een Christoffelpenning in de auto en hoor ik dat Sint Jozef al maanden in de grond zit zonder dat het huis verkocht wordt. Vaak onder het mom: baat het niet dan schaadt het niet.
Vooral in tijden van ziekten en slechte tijden houden we van rituelen, al was het maar even een moment van stilstaan bij.
Pelgrimstochten naar Santiago de Compostella staan op veel bucket-listen al draait het meestal niet om het religieuze aspect. De interesse naar de heidense goden en godinnen van voor het christendom is de afgelopen decennia toegenomen evenals het zoeken naar alternatieve geneesmiddelen waarbij men niet vreest terug te grijpen naar bijvoorbeeld de theorie over de lichaamssappen en bijbehorende diëten van Hildegard van Bingen.
Bronnen:
Mondelinge overlevering
Beschermheiligen in de Lage Landen 2006
Devotionalia 1 en 2 Drs. Knippenberg
Bedevaartplaatsen in Nederland 2 Noord Brabant
Herinneringen aan het Rijke Roomse Leven, 2007
Das Grosse Buch der Heiligen 1978
Volksdevotie, Beelden van Religieuze Volkscultuur N.B.
Reactie schrijven
Dieke (maandag, 12 februari 2018 20:37)
Wat ontzettend leuk, bijzonder en interessant‼️������
Ellen (maandag, 12 februari 2018 20:55)
Dankjewel Dieke!
Ogbe0904@hotmail.com (zondag, 01 mei 2022 18:17)
Hallo ellen,op zoek naar lijdenswerktuigen in fles,die ik vanmorgen toevallig tegenkwam op een marktje in heythuysen,kwam ik op jouw ontzettend leuk geschreven artikel wat betreft die santekraem!!ik ga het eens helemaal lezen als ik er tijd voor heb,heel veel dank voor dit fantastische arrikel,vrgr andre uit helmond.
Ellen Eva Brouwers (zondag, 01 mei 2022 19:36)
Beste Andre,
Dankjewel voor je leuke reactie!
Fijn dat ik je er een plezier mee doe!
Mocht je mijn werk hier over eens van dichtbij bekijken: op 1 en 2 Oktober 2022 exposeer ik bij Kunsstroom Roerdalen, in de buurt van Heythuysen. Locatie volgt nog via deze website.
Mvg Ellen