Limbus Infantum


Het Anonieme Kinderstrookje


Formaat: 

Thema: Begraafrituelen ongedoopte kinderen

Datum: 2018

Relatie tot Uden: de expositie vindt plaats in Het Knekelhuis



In mijn onderzoek naar rituelen tot in de vorige eeuw,  kwam het gegeven 'kinderstrookje'  naar voren, oftewel: Limbus Infantum. Kortweg gezegd gaat het over gestorven ongedoopte kinderen, volgroeid of niet, die geen recht hadden in gewijde aarde te worden begraven. Vaak werden ze stiekem 's nachts in een kartonnen doos, anoniem onder een heg begraven aan de binnenzijde van het kerkhof zodat ze toch nog een beetje in de omgeving van de gewijden lagen, terwijl de moeder nog in het kraambed lag. Officieel moesten ze worden begraven in een aparte strook voor ongedoopten, net buiten het kerkhof. Ik ben gaan zoeken naar de verhalen en viel van de ene in de andere verbazing... middeleeuwse praktijken tot diep in de 20e eeuw, hier in Nederland, hier in Noord Brabant, hier in de omgeving van Uden. 
Het kastje is een eerbetoon aan al deze onschuldige zieltjes door ze weer letterlijk een plekje te geven.



Aan de bovenzijde van het gedenkkastje plaatste ik 16 kleine vaasjes waarin steeds een palmtakje of bloemetjes geplaatst kunnen worden. Samen vormen ze het zogenaamde kinderstrookje: de haag aan de buitenzijde van het kerkhof, waaronder veel ongedoopte kinderen in het geheim door familie begraven werden. 


  

Limbus Infantum betekent letterlijk: het voorgeborchte voor kinderen. 

Tot ver over de helft van de 20e eeuw, kon een kind dat dood geboren was of na de geboorte ongedoopt was gestorven,niet begraven worden in gewijde grond.

Elk kind was volgens het katholieke geloof belast met de erfzonde en die zonde kon alleen weggewassen worden door gewijd water. Voor hen werd een aparte begraafplek, grenzend aan de gewijde grond, gereserveerd. Deze strook, liggend aan de rand van de gewijde grond op een begraafplaats, noemde men ook wel 'het kinderstrookje'.

Geen naam, geen kruisje of ander gedenkteken, gewoon anoniem de grond in en meestal wisten de ouders niet precies waar. 

En voor gelovigen nog erger: de kinderen kwamen niet in de hemel omdat ze ongedoopt waren, maar in het zogenaamde voorgeborchte. Niet zo verschrikkelijk als de hel of zelfs het vagevuur, maar iets milder. Ze zouden echter wel het vredige gevoel hebben als in de hemel, maar niet 'het aangezicht van God mogen aanschouwen'. 

 

Gelukkig werd deze buitengewoon wrede regel, schrik niet, pas in 2007 officieel afgeschaft door paus Benedictus. Wat niet wil zeggen dat er priesters waren die geen uitzonderingen maakten in de decennia daarvoor en de ouders hun overleden kindje met liefde lieten begraven in gewijde grond. 

Voor gelovige ouders was en is dit wellicht nog steeds, een drama wanneer hun kindje niet gedoopt kon worden.

Ze deden er dan ook alles aan om te verhinderen dat het niet in de hemel zou mogen komen. 

Dopen kon niet vroeg genoeg gebeuren. Bij levensgevaar was het de plicht van de vroedvrouw om de nooddoop toe te dienen.

Wanneer het kindje nog ongeboren maar reeds overleden was, gebruikte men een spuit met gewijd water om het zo in de baarmoeder te kunnen dopen. 


De metalen bakjes zijn gevuld met antieke stenen poppetjes, gelegd in een mooi gedekt bedje van antieke kant uit de 19e eeuw.
De dekseltjes  vallen bij het openen van het kastdeurtje vanzelf naar beneden: het geheim openbaard, maar ook (in sommige gevallen letterlijk) beerputten geopend, denkend hierbij aan The Lost Children of Tam, een klooster in Engeland waar tientallen kinderlijkjes door nonnen in een septic tank werden gedeponeerd.


De verhalen en artikelen die ik tegen kwam over de diverse rituelen rondom overleden,ongedoopte kinderen in tot einde 20e eeuw, kun je terug vinden in mijn blog: Limbus Infantum.

Met onder meer:

The Lost Children of Tam

Blankens Kerkhof tussen Erp en Veghel

Vader Abraham in het vagevuur

Levenloze kindjes even tot leven laten komen om te dopen

Het voorgeborchte algemeen

Boek Renee Oomen